WOI komt tot leven in Kleihuid van Herien Wensink

Jazeker, romans over de Eerste Wereldoorlog zijn er genoeg. Na het prachtige “Oorlog en Terpentijn” van Stefan Hertmans dachten we dat er een einde zou komen aan nieuwe boeken met ‘De Groote Oorlog’ als centrale thema. Maar kijk, dan verschijnt er toch weer een roman die blijkt iets te kunnen toevoegen aan de bibliotheek van oorlogsromans: Kleihuid van Herien Wensink, in het dagelijkse leven theaterredacteur bij de Volkskrant.

DT1Nh9FWkAAk7dHDat een Nederlandse een boek schrijft over WOI is opmerkelijk. In tegenstelling tot Vlaanderen heeft Nederland nauwelijks een traditie in romans over de Eerste Wereldoorlog. Wensink specialiseerde zich in oorlogsliteratuur tijdens haar studie, en Kleihuid is dan ook deels het resultaat van al dat leeswerk.

Kleihuid vertelt het verhaal van de soldaten Rupert Atkins en Harvey Cole, die noodgedwongen een kamer delen in residentie Sonnehaert, een veldhospitaal vlakbij de loopgraven. Rupert is een kunstenaar, telg uit de Engelse aristocratie, een snobistische luitenant die neerkijkt op gewone soldaten, het ordinaire kanonnenvoer. Harvey is zo’n gewone soldaat. Hij is bijna aan flarden geschoten, terwijl we van Rupert niet echt weten wat er bij hem aan de hand is. Dat moet langzaam worden ontrafeld in sessies bij dokter Williams, die heerst over Sonnehaert.

9200000079743102Dat de twee mannen langzaam maar zeker naar elkaar toegroeien is geen verrassing. Hoe dat gebeurt, met een schitterende apotheose die we niet gaan verklappen, is wel erg knap. De waanzin en de gruwel van de oorlog, de stank van de loopgraven, de scherpe smaak van goedkope alcohol, de liefdeloze seks in het bordeel achter de frontlinie, de bloederige chaos van het slagveld die eindigt in een klinische, ordentelijke, oorverdovende stilte. Het komt allemaal tot leven in deze roman, die leest als een ode aan de grote oorlogsromans van Remarque, Sassoon en Barker.

Tegelijk overstijgt Kleihuid ook de waanzin van de oorlog, en stelt de roman enkele vragen die ook in deze tijden relevant zijn. Wat is echt, wat zijn waanideeën? En hoe kunnen we aan die laatste ontsnappen? En wat is de rol van kunst in tijden van gruwel? Op het eind van het verhaal zegt Rupert dat hij wil vluchten naar een plaats waar de oorlog hem niet kan vinden. Je kan het lezen als een metafoor voor het jachtige leven, of als een verwijzing naar al die mensen die nu nog steeds op de vlucht zijn voor de waanzin van een oorlog.

Een trailer van Kleihuid, die goed de beklemmende spanning van het boek weergeeft, kan je hier bekijken.

 

 

 

Plaats een reactie